SXSW: En toen was er muziek ...

Tarra Thiessen - Gustaf

[Door Erwin Blom]

SXSW begon ooit als muziekfestival, daarna kwam er film bij en daarna weer internet en aanverwante digitale ontwikkelingen. Qua grootte nam SXSW Interactive het de afgelopen edities over. Naar verluidt waren er op de laatste editie zelfs meer dan 200.000 mensen? Dat lijkt me wel heel veel, maar druk was het.

En druk is het nu helemaal niet. Bij Interactive waren er misschien 1/3 van het normale aantal bezoekers, als die er al waren. En bij muziek voelt het nu ook enorm rustig. De wereld moet nog op gang komen, mensen kijken de kat nog uit de boom. 

Ik zal dit notitieblok gebruiken voor korte beschrijvingen van de optredens die ik zag.

Dag 1

  • Yard Act. De British Music Ambassy is van locatie veranderd. Weg van Lattitude naar Cedar Street Courtyard. Een grotere plek. Yard Act is voor mij een kruising tussen de Gang Of Four en The Fall, maar dan natuurlijk in een hedendaagse jas. Het debuutalbum is overal heel enthousiast ontvangen. Maar live viel het mij tegen. Een paar heel goede nummers, maar het tempo werd steeds uit de set gehaald door ellenlange verhandelingen van de zanger.
  • Jamie Webster. Jamie Webster kon voor mij niet lang genoeg praten. Dol op zijn platte Liverpoolse accent. Webster maakt heel klassieke Britse pop met als basis zijn acoustische gitaar en aanstekende melodieën. Ik zal het zelf thuis niet snel opzetten, maar hier werkte het heel goed. Met mooie covers van Talking Heads en Creedence Clearwater Revival tot besluit.

Dag 2

  • Malin Pettersen. De Noorse Ilse de Lange? In ieder geval nam ze een plaat in Nashville op en specialiseert ze in country. Best verwarrend country uit Noorwegen, maar ze doet het goed. Ik ken het genre onvoldoende om hier echt over te oordelen, maar het Amerikaans publiek was ook enthousiast.
  • Gustaf. Uit Brooklyn. Van de school van Bodega. Een kruising tussen Gang Of Four (Daar zijn ze weer, invloedrijke band! En ze speelden hier ook nog in de bijna complete1980 bezetting, maar dat wist ik helaas niet) en B52’s, maar dan van nu. 4 meiden / 1 jongen. Energiek, swingend en heel goede frontvrouw. Echt heel goed. Ik heb ze zelfs twee keer gezien en ook de tweede keer was het heel goed! 
  • Enumclaw. Ik heb weinig met grunge, maar het optreden van deze band uit Tacoma werkte heel goed. Meer Nirvana dan Soundgarden zeg maar.
  • Yard Act. Ja, weer! Ik besloot ze nog een kans te geven. Want de plaat is te goed om na één show te zeggen 'da's niks'. En dat is maar goed ook. Want dit optreden was super. Compact, bevlogen, opwindend.
  • Gustaf. Ja, ook die weer. 's Middags zag ik ze met Yard Act op een gratis evenement van Paste Magazine. Voor wie SXSW niet kent: er is een officieel avondprogramma waar je een SXSW badge voor nodig hebt, maar overdag wemelt het van de voor iedereen toegankelijke bijprogramma's. En bijna iedere band doet meerdere optredens in zowel het hoofd als het bijprogramma. Gustaf speelde 's avonds in het officiële programma in Augustine. DIY Magazine was de curator. En weer was Gustaf super. Die energie, die dansbaarheid. Ga ze live zien wanneer het kan. 
  • Baby Queen. Ze maakt poptunes waar ze de hitparades mee wil veroveren en misschien ook wel kan veroveren. Maar nog niet, als ik Spotify zo bekijk. Het is wel echt goede pop, vind ik. Ik weet niet of het zo is, maar het klinkt alsof het met een Zweedse topproducer is geschreven. Klaar voor nummer 1. Maar als je optreedt na een hele goede live band (Bodega) is een backingtrack met daarover zang en gitaar wel wat mager. Maar ze zong goed en is een goede entertainer. 
  • Priya Ragu. Op SXSW wisselen de artiesten elkaar in heel hoog tempo af. Er is niet veel tijd voor meer dan een 'line check' ('komen alle signalen wel binnen'), een echte soundcheck zit er niet in. Als je dan een grote band hebt met veel electronica, gaart er snel wat fout en loopt het programma snel uit. Gelukkig wist Priya Ragu zich snel over het aanvankelijke sjaggerijn heen te zetten. De met electro beats verrijkte R&B is niet mijn kopje thee, maar ik snap waarom er in Engeland veel van deze groep verwacht wordt.
  • Self Esteem. Maakte volgens veel Britse media het beste album van 2021. Maakt ook muziek die voor de massa moet zijn. Maar net als Baby Queen is ze daar nog lang niet. Ik schat dat er 100 mensen echt voor Self Esteem waren gekomen. Was live wel heel goed met twee backing singers / dancers. Verder drums / keys / bas.

Dag 3

  • Working Men’s Club. Ik hou wel van de muziek. Ergens tussen de vroege electronica van de new wave en de house van 1988, maar verrijkt met gitaren en vocalen.  Maar als het technisch niet helemaal vlot wordt de zanger chagrijnig en de rest van de band (dat komt bij Britten vaker voor) straalt sowieso uit dat ze er helemaal geen zin in hebben. En als de band er geen zin in heeft, waarom zou ik moeten kijken? Teleurstellend dus.
  • Sinead O’Brien. Op zich is er helemaal niks mis met Sinead O’Brien. Als we al niet zoveel praatzang acts hadden gehad.  Ik heb een overkill van het genre gehad. Heb jij dat niet, dan moet je het zeker checken. Of beluister de playlist met praatzang die 3voor12 maakte. 
  • Wet Leg. Ik weet niet of er sinds de Arctic Monkeys bands zijn geweest die meer gehyped zijn dan Wet Leg. Nog voor dat ze een volwaardige Britse tour hebben gedaan, verkopen ze hun Amerikaanse tour al uit en komen hier opdraven bij de meest populaire talkshows. En dan moet het debuutalbum in april nog uitkomen. Wet Leg slaat alle fases van andere bands over. Ze beginnen hun bandleven met een complete crew en rijden in plaats van in een oud busje in een sleepercoach rond. Maar de muziek, aanstekelijke pakkende indie pop, is goed en live staat de groep als een huis. De zangeres neemt iedereen met haar goede stem en ontwapenende glimlach iedereen voor zich in. Kijk daar eens naar Working Men’s Club!

(Foto's: Roeland Stekelenburg)